Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar gij zijt [30]heden opgestaan tegen het huis mijns vaders, en [31]hebt zijn zonen, zeventig mannen, op een steen gedood; en gij hebt Abimelech, een zoon zijner [32]dienstmaagd, koning gemaakt over de burgers van Sichem, omdat hij uw broeder is); 30. Dat is, in dezen tijd. 31. Dezen moord verwijt hij den Sichemieten, omdat zij Abimelech daarin gesterkt hadden. Zie vs.24. 32. Alzo noemt hij verachtelijk zijns vaders bijwijf, om den Sichemieten de onbillijkheid hunner daad in te scherpen.